Je deelt een foto (compositie) op in derden. Dus een derde lijn van boven en een derde van onder, een van links en een van rechts. Dat is de truc van de gulde snede. Heel belangrijk voor het maken van een goede compositie.
Die lijnen die je denkbeeldig over je foto legt, zijn de sterke lijnen. Je ogen zijn geneigd de foto te scannen via de kruizingen van die lijnen. Dat zijn je sterke punten.
Je zet dus eigenlijk bijna (uitzonderingen bevestigen natuurlijk de regel) altijd je onderwerp op een derde lijn. Als het een figuur is en zijn hoofd komt percies op de kruising van derden, dan word je compositie vaak sterker.
Zo ook met horizons. Zet je die op de derde lijn boven of onder, dan word je beeld vaak mooier en natuurlijker dan de horizon in het midden. Als je veel mooie reflecties hebt in water bv, dan zet je de lijn boven. Schiet je een zonsondergang, en is de lucht je thema, dan neem je de lijn onder.
Natuurlijk zijn er dan nog zaken als invoerende lijn, een weg of een hek of iets dat de diepte in leid. Die voert je oog de compositie in, geeft diepte. En zo zijn er nog een aantal aspecten aan een compositie die min of meer klassiek te noemen zijn. Dit geeft vaak een rustige sfeer, een balans.
Kijk eens naar schilder uit onze goude eeuw en landscahppen bv. De meeste van de bovengenoemde aspecten zal je snel leren herkennen. Als je zelf ook zo gaat kijken zullen je foto's snel sterker worden in compositie.
Tis allemaal al uitgevonden. We hoeven het slechts toe te passen
Succes
Kro
[size=75]Canon G2 - 300D - 350D - Canon kit - EF 28 - 135 USM IS, Canon 50mm F1.8, Tamron 28 - 75mm F2.8, Tamron 17-35 mm F2.8, VP2160 - 40Gb imagetank, 420 EX, 2 Gb Cf Cards[/size]