De Latijnse geslachtsnaam rotundifólia verwijst naar de rozetbladeren vlak boven de grond welke een afgeronde hartvormige voet hebben.
De Nederlandse benaming Grasklokje verwijst naar de bovenste bladeren die op grassprieten lijken.
Grasklokjes groeien het liefst op een halfdroge, zonnige tot halfbeschaduwde, lichte minerale bodem.
Zuid-Limburg is de plek waar dit gezellige plantje het meest voorkomt.
Het blauw van de tere kroon is lastig te omschrijven. Het is een soort "middenblauw", een donker Hemelsblauw met een vleugje paars en een metaalachtige glans.
Net als alle andere planten van het kalkgrasland houdt dit plantje niet van voedingsrijke bodems, maar de tolerantie hiervoor ligt bij het grasklokje een stuk hoger dan bij de andere begroeiers van dit type grasland.
1.
![Afbeelding](https://i.ibb.co/nL3Fbry/IMG-6831.jpg)
2.
![Afbeelding](https://i.ibb.co/bzbL9pH/IMG-6858.jpg)